Ad ambitie 3:
Versterken en uitbreiden aantal maatschappelijk actieve sportverenigingen
Sportverenigingen zijn maatschappelijk actief wanneer zij activiteiten aanbieden voor
mensen van buiten de vereniging - niet-leden, bijvoorbeeld buurtbewoners - en/of samen
werken met andere organisaties. Bijvoorbeeld als verenigingen zich bezig houden met het
realiseren van bredere maatschappelijke doelen, zoals zinvolle dagbeste
ding en passende jeugdhulp. We stimuleren de sportverenigingen om
nog meer de brug te slaan naar de wijk en de wensen en behoeften van
hun omgeving. Door meer naar buiten te treden en verbindingenmet de
buurt aan te gaan worden meer mensen en organisaties betrokken bij
de vereniging. Zo levert het delen van het clubgebouw met partijen uit de buurt voordelen
op in de vorm van betere exploitatie van het clubgebouw, maar ook vergroot het de kans op
nieuwe leden, verbetering van kader, meer sponsors, vergroten van het wijkgevoel en een
grotere erkenning van elkaars activiteiten. Dit gaat echter niet vanzelf en vraagt – naast
een ‘open mind’ van de sportverenigingen – om stimulering en ondersteuning, in nauwe
samenwerking met vele partners in de stad en de wijken. Het is hierbij de kunst om iedere
partij aan te spreken op zijn eigen rol en kwaliteiten. De sportverenigingen die hun horizon
willen verbreden worden door de gemeente ondersteund om hun maatschappelijke ambi
ties waar te maken, mede in het kader van het Buurthuis van de Toekomst.
Actiepunten:
•
Voortzetten van de ondersteuning van de maatschappelijke wijkfunctie van sport
verenigingen. De nadruk ligt op het versterken van de sportclubs die deze functie al
vervullen. Dat doen we door het equiperen en ondersteunen van sportorganisaties
die zich specifiek richten op achterblijvende groepen en willen bijdragen aan bredere
maatschappelijke doelen.
Door meer naar buiten te
treden en verbindingen
met de buurt aan te gaan
worden meer mensen en
organisaties betrokken bij
de vereniging.
We stimuleren verenigingen
om nog meer een brug te slaan
naar de wijk.
57
